Bij een investeringsbegroting gaat u bekijken hoeveel u moet investeren om daadwerkelijk uw bedrijf op te kunnen zetten. Er wordt hierbij gekeken wat er in eerste instantie nodig is om het bedrijf daadwerkelijk op te zetten maar ook een financiering dat wellicht nodig is gedurende het eerste jaar. Dit kan voorkomen wanneer er wordt verwacht dat er in het eerste jaar nog geen winst wordt gemaakt.
Om een investeringsbegroting te kunnen maken zult u uzelf moeten afvragen welke middelen u allemaal nodig heeft om uw bedrijf te kunnen beginnen. Denk aan een pand, huren of kopen? Verder aan inventaris, voorraad of bijvoorbeeld een bedrijfsauto. Daarnaast zal u waarschijnlijk wat extra financiële middelen moet aantrekken om verliezen in de opstartfase op te kunnen vangen. Dit samen vormt de investeringsbegroting.
Bij de investeringsbegroting wordt er een onderscheid gemaakt tussen vaste activa en vlottende activa.
Vaste activa
Alle bedrijfsmiddelen die langer dan een jaar in het bedrijf blijven. Voorbeelden: Pand, bedrijfsauto, inventaris, etc.. Denk ook aan de kosten die hierbij komen, bijvoorbeeld de makelaarskosten voor het pand.
Vlottende activa
Hier vallen de zaken onder die vaak minder dan een jaar in de onderneming zitten. Ook aanloopkosten kunt u hieronder zetten. Onder deze post valt ook de voorraad die u gaat aanschaffen om te beginnen. Nog meer voorbeelden: Marktonderzoek, Briefpapier, Liquide Middelen, Af te dragen BTW, Onvoorziene kosten.
Aan de slag!
Als u heeft uitgezocht welke middelen u nodig heeft om uw organisatie op te kunnen zetten kunt u daadwerkelijk beginnen met de investeringsbegroting. Plaats alle posten onder elkaar met de bedragen daaronder. Maak onderscheid tussen vaste- en vlottende activa. Dit komt allereerst goed over bij de investeerder en zal in het vervolg, met het mogelijk opstellen van een balans een stuk makkelijker zijn.
Download hier de handleiding voor het financieel plan