Het financieel plan behoort tot de belangrijkste onderdelen van een ondernemingsplan. Veel investeerders beginnen allereerst met het bekijken van het financieel plan voordat daadwerkelijk naar het idee wordt gekeken. Zorg dan ook dat jouw financieel plan op en top is!
Een compleet financieel plan bestaat uit een investeringsbegroting, financieringsbegroting en een winst- en verliesrekening. Het klinkt misschien moeilijk, maar na deze uitleg zal je er nooit meer tegenop kijken.
1. Investeringsbegroting
Je begint een financieel plan met het opstellen van een investeringsbegroting. Dit is niets meer dan het opschrijven van jouw benodigde middelen. Denk hierbij aan de aanschaf van inventaris, machines, beginvoorraad en wellicht liquide middelen (Kas en bank geld). Als je vervolgens uitzoekt wat deze verschillende investeringen kosten en deze optelt, dan heb je een complete investeringsbegroting.
2. Financieringsplan
Het financieringsplan is vaak wat moeilijker. Hierbij ga je namelijk kijken hoe je het totale investeringsbedrag gaat financieren. Het maken van het financieringsplan zelf is niet moeilijk, maar vaak is het vooral lastig om aan het te financieren bedrag te komen. Je zult creatief moeten zijn en een goed ondernemingsplan moeten schrijven. Alleen dan maak je kans om wat geld los te krijgen bij een investeerder. Zeker in deze tijd is het niet makkelijk een investeerder te vinden.
3. Winst- en verliesrekening
De winst- en verliesrekening, ook wel resultatenrekening of exploitatiebegroting genoemd, geeft een overzicht van de gemaakte opbrengsten, kosten en de uiteindelijke winst. Het is het beste als je de winst- en verliesrekening voor meerdere jaren maakt, denk hierbij aan een jaar of drie.
De winst- en verliesrekening bestaat dus uit opbrengsten, kosten en de uiteindelijke winst. Om aan de opbrengsten te komen moet je alle verkopen optellen. Houd hierbij rekening dat een verkoop gerealiseerd is op het moment dat de verkoop en de levering hebben plaatsgevonden. De betaling van de verkoop heeft dus geen enkele invloed op de realisatie van de verkoop.
Voorbeeld: Bedrijf X verkoop op 20 december 2012 aan Bedrijf Y 10 producten. De producten worden op 25 december 2012 geleverd en op 3 januari 2013 betaald. Hoewel de betaling van Bedrijf Y aan Bedrijf X nog niet heeft plaatsgevonden mag de verkoop wel als opbrengst worden gerekend tot het jaar 2012.
Als je de opbrengst hebt berekend over een bepaalde periode moeten de kosten hiervan afgetrokken worden. Vervolgens krijg je de winst voor belasting. Er zal vervolgens belasting betaald moeten worden. Bij een Eenmanszaak en Vennootschap onder Firma gaat dit d.m.v. inkomstenbelasting. Bij een Besloten Vennootschap gaat dit d.m.v. vennootschapsbelasting. Als de belasting is afgedragen blijft de winst na belasting over, ook wel de nettowinst genoemd.